De Nederlandse byzantijnse gemeenschappen zijn na de tweede wereld oorlog ontstaan als opvang van vooral Oost-Europese vrouwen die met Nederlandse mannen uit Duitse werkkampen naar ons land waren gekomen. De paters Capucijnen hebben dit zogenaamde ‘oosters werk’ ter hand genomen vanuit hun klooster in Voorburg.
In 1951 startte Pater Micheas van Sas in Utrecht met byzantijnse vieringen, eerst in de kapel van de zusters “van de eeuwigdurende aanbidding” aan de Catharijnesingel, daarna in de Raadskelder onder het stadhuis. Hier liggen dus de wortels van onze gemeenschap Wladimirskaja.
Dit werk werd voortgezet vooral onder leiding van pater Gabriel Munninckhof in de kapel van de fraters in de Herenstraat.
Toen de paters Capucijnen door ouderdom en overlijden niet meer in staat waren de byzantijnse diensten te verzorgen moesten er andere priesters komen. Vader Harry Sterenberg, woonachtig in Nunhem (Limburg), is in ons land speciaal tot priester voor de byzantijnse liturgie gewijd en aangesteld. Daarnaast zijn er katholieke priesters geschoold die met toestemming van de Congregatie voor de oosterse kerken in Rome de byzantijnse liturgie celebreren. Vanaf 2006 is dit in Utrecht vooral vader Paul Brenninkmeijer, emeritus priester van het aartsbisdom en woonachtig in Nieuwegein.
Ook zijn er in Nederland enkele diakens voor de byzantijnse liturgie.
Vanaf 2004 zijn onze vieringen gehouden in de kapel van het zorgcentrum Lombok aan de Kanaalstraat. Tussen de zomer van 2013 en 2016 hielden wij onze vieringen in de Sint Antoniuskerk, eveneens in de Kanaalstraat. In augustus 2016 zijn we hartelijk welkom geheten door de gemeenschap van de H. Johannes-Bernarduskerk in Hoograven (Oranje-Nassaulaan 2); het is een mooie plek om nu onze maandelijkse vieringen te houden.
Het eigen koor van onze gemeenschap Wladimirskaja zingt bij elke Goddelijke Liturgie. Nu zijn er in de stad Utrecht en directe omgeving ook andere byzantijnse koren, die ook wel bij een liturgie zingen, zoals bijvoorbeeld het Byzantijns Koor Utrecht of het Lysenko koor. Anders dan ons koor, zijn deze echter niet verbonden aan een vaste geloofsgemeenschap of kerk. Zij verzorgen ook concerten, met zowel wereldse als geestelijke muziek; ons koor ziet dat niet als zijn taak.
In de loop der jaren zijn ook 'gewone' Nederlandse katholieken, evenals mensen die van huis uit protestant zijn of waren, lid van de byzantijnse gemeenschappen gaan uitmaken.
Sinds 1996 is er de Landelijke Instelling Pokrof om het onderlinge beleid van de byzantijnse gemeenschappen te organiseren en de gemeenschappelijke problemen aan te pakken.
Vanaf 2008 bestaat hiernaast het Byzantijns Netwerk Nederland. Vertegenwoordigers van de Pokrof gemeenschappen, van byzantijnse koren en van de Johannes van Damascusgemeenschap in Den Bosch komen regelmatig bijeen. Hun doel is de continuïteit van de byzantijnse ritus in ons land te waarborgen. Samenwerking en wederzijdse inspiratie zijn daartoe belangrijke instrumenten. Dit leidde onder meer tot de publicatie van de brochure Byzantijnse liturgie in de Rooms-katholieke kerk van Nederland (te verkrijgen tijdens onze vieringen bij de ingang van de kerk).
Herinneringen aan Byzantijnse mystiek onder de Dom (AD 1976)
De man van smarten, Christus, lijkt vanuit de icoon met zijn innemende gelaatsuitdrukking alle blikken in de ruimte voor zich op te eisen. De talrijke kaarsen op de standaard die voor de icoon is geplaatst leggen een zachte gloed over zijn mildheid uitstralende gezicht. Tijdens deze Goddelijke Liturgie is alle liefde en aandacht op hem gevestigd, Jezus, de trooster van alle vermoeiden en terneergeslagene, redder van de wereld.
Ondanks mijn dikke trui en das voel ik onder de keldergewelven een straffe waterkoude hangen die mijn nek en schouders doen verkrampen. Het aanzwellen echter van het cherubijnengezang van de voelbaar aanwezige engelen, heiligen en overledenen voelt als een weldaad voor mijn enigszins verkleumde lichaam. De warmte en gloed van de talrijk ontstoken kaarsen doen de rest. De Slavische gezangen spreiden zich als een laken uit naar de iconostase waar Pater Micheas de Heilige Liturgie leidt. Pater Micheas, een man met een statig, Byzantijns, voorkomen. Zijn bonte mantel, zwarte monnikssluier, imposante grijze baard en doorwaakte gelaatsuitdrukking maken de man tot een mysterieus en ongenaakbaar personage. Afkomstig uit een sacrale dimensie die voor ons, gewone stervelingen, onbereikbaar lijkt. Vanuit de Voorhof, de poort tussen de twee Koninklijke Deuren, zingt Pater Micheas met gebarsten vocalen zijn psalmodie. Iconen, kaarslicht, gezangen, Micheas lijkt in een diepe trance als hij met weidse armgebaren zijn mystieke rituelen uitvoert. Op deze zondagmorgen staat de tijd stil. De deelnemers aan deze Liturgie smelten samen met Die Ene, dat grote mysterie dat in het dagelijks leven zo ver weg, onbereikbaar, lijkt.
Pater Micheas nodigt de bezoekers uit ter communie. In mijn slaap vervagen de herinneringen (van meer dan 45 jaar geleden) hieraan vanaf dit punt in een zoete, verdovende, droom. Ik zie hoe de priester met plechtige armgebaren onder de keldergewelven een ondoordringbaar gordijn van wierook aanlegt. Ik zie bezoekers in vuur en vlam op de knieën gaan, in eerbiedige aanbidding voor het Heilige Evangelie. Ik sta pal voor Pater Micheas, met zijn voor een jeugdige van op dat moment 10 jaar oud ontzagwekkende gestalte. In zijn verweerde handen een zilveren kruis. Ik kus de doorboorde voeten van de gekruisigde. Wordt onbewust één met het mysterie van de zoon, trooster. In mijn mond proef ik een zoete smaak tot onder mijn schedel opstijgen: de in wijn gedrenkte prosfora voel ik onder mijn tong wegsmelten.
Onder de hypnotiserende werking van de wierook, de Byzantijnse gezangen en de bezwerende riten van de priester nemen de iconen aan impact toe. Er is hier geen triestheid, geen weg te smal, er zijn geen zorgen. Voor dit moment is er enkel rust, vrede, hoop, troost, Christus is in ons midden.
De aanwezigen nemen hun moment van stille aanbidding, meditatie. En dan, ter afsluiting, spreidt Pater Micheas zijn handen ten hemel. De zegen wordt door hem uitgesproken, deze daalt als een Goddelijke sluier op de hoofden van de aanwezigen neer. De bezoekers verlaten in gepaste stilte de Raadskelder. Op deze zondagmorgen heerst er in de binnenstad nog een serene rust. De wolken weerkaatsen in een rimpelloze Oudegracht. Het Huis van God telt vele kamers, zo zegt men. Dit ‘huis’ heeft in de oude ziel van de stad Utrecht en onder haar gewelven zijn gelijke.
Peter Oostveen
schreef dit artikel bij de 90-jarige verjaardag van zijn vader, Henk Oostveen, die jarenlang meezong in het koor van Wladimirskaja; het werd eerder geplaatst in Nieuws030, d.d. 9 febr. 2020.
Een systematische geschiedschrijving legde Wim Zwanikken vast in ons jubileumboek Zestig jaar Rooms-Katholieke Byzantijnse gemeenschap in Utrecht, 1957 – 2017. Enkele exemplaren zijn nog voorradig. Indien u belangstelling hebt, kunt u contact opnemen met Wim Zwanikken, 06 30067303.